PAASDATUM

Na de godsdienstvrijheid in het Romeinse Rijk (313) kon er een eerste Concilie gehouden worden in Nicea in 325 (precies 1700 jaar geleden). Daar werd o.a. vastgelegd dat het christelijke Pasen zou worden gevierd op de zondag die volgt op de eerste volle maan na het begin van de lente. Het Joodse Pesach viel samen met de volle maan en kon op iedere dag van de week vallen. Het Concilie besloot dat Pasen altijd op een zondag moest vallen, de dag van de verrijzenis van Christus. Met de viering van paaszondag begint de vijftigdaagse Paastijd. Het is een blijde tijd, waarin de vreugde om de verrijzenis door blijft klinken. Via het feest van de Hemelvaart van de Heer, mondt de Paastijd na zeven weken uit in Pinksteren, het feest van de Heilige Geest. We lezen in de paastijd dag na dag uit het boek dat “Handelingen van de Apostelen” heet.